Biografie Jan Peter van Opheusden
Wanneer ze over kunst schrijven hebben zondagscritici een paar goed geslepen technieken die ze zomaar ergens vandaan gegrepen hebben om welke artiest dan ook te bespreken waar ze niet van houden, of anders niet begrijpen.
Ze kunnen praten over wat hij bereikt heeft en hem kwaliteiten toedichten die hij niet heeft.
Ze kunnen zich toespitsen op een detail in zijn leven dat ze vaak verkeerd onderstrepen als zijnde belangrijk.
Ze kunnen ook bazelen over zijn artistieke opleiding –en vandaar zijn “meesterlijke techniek”- tenzij ze besluiten zijn autodidactische achtergrond te verheerlijken en vandaar zijn “echtheid” en “spontaniteit.”
Van belhamel tot globetrotter
Jan Peter van Opheusden werd op 12 maart 1941 geboren in Eindhoven, waar hij nog steeds woont en werkt. Als kind jaagt hij zijn kleine nichtje de stuipen op het lijf door van zijn vinger een kunstwerk te maken met een grote spijker ‘erdoorheen’ en met een van bloed druipend verband eromheen.
Hij gaat studeren aan de, inmiddels internationaal gerenommeerde, Academie voor Industriële Vormgeving in Eindhoven (tegenwoordig Design Academy).
Naast het schilderen geeft Jan Peter jaren les als docent beeldende kunsten en handvaardigheid, waarna hij zich vestigt als vrij kunstenaar. Hij omarmt een breed scala aan disciplines zoals schilderen, beeldhouwen en diverse grafische technieken. Voortdurend onderneemt hij studiereizen naar landen binnen Europa, maar ook daarbuiten. Na zijn mega tentoonstelling in 1998 onder het dak van de Grande Arche te Parijs krijgt Jan Peter’s werk, ook in grotere kring, steeds meer waardering. Inmiddels is zijn werk wereldwijd te vinden in grote collecties van vooral particuliere verzamelaars.
‘Schilderen is mijn passie en mijn werk moet warmte uitstralen, verder niks’.
Jan Peter beeldhouwt, zeefdrukt en schildert. Jan Peter schildert snel, niet alleen met de kwast maar ook met zijn handen. Hij beschouwt het doek als zijn palet en werkt het liefst met acryl, lekker vlug. Gezwind als het leven. Gemengde technieken, met krijt als basis voor het juiste effect. Op doek, paneel of papier; mensen, natuur, dingen van alledag, beweging, dansers, theater of sport en soms, als uitgebreide vingeroefening, een kinderportret. “Ik wil gevoelens overdragen.
Ik schilder geen mooie dingen en de ervaring leert dat mensen mijn werk kopen omdat het warmte uitstraalt. Ik ervaar schilderen dan ook als mijn passie”.
‘Omring je met mooie dingen’ (Confucius, 500 jr. V.Chr.)
“Het moet fijn zijn om naar mijn werk te kijken. Confucius zei in ca. 500 V.Chr. al dat je je met mooie dingen moet omringen en daar ben ik het helemaal mee eens. Om goed te kunnen werken moet ik me, bij het schilderen zelf, in de eerste plaats lekker voelen. Als anderen dan ook plezier aan aan mijn werk beleven, is dat toch prachtig. De toeschouwer mag, wat mij betreft, het werk met zijn eigen fantasie afmaken. Zijn of haar verbeelding ziet vaak iets geheel anders dan die van mij en dat geeft nog eens een extra dimensie aan mijn werk”.
‘Ik bén die kleur’
“De kleur is voor mij eigenlijk nog meer bepalend dan de vorm. Ik bén die kleur. Om die reden gebruik ik vrijwel nooit pasteltinten maar meestal primaire en contrasterende kleuren. Zij drukken directe emoties uit en gevoelens die geladen zijn door een onstuimige expressie of een gespannen erotiek en liefde voor mensen; het zijn geen boodschappen. Wanneer je mijn schilderijen goed bekijkt dan zie je uitsluitend iets van jezelf”.
‘Door transpiratie komt inspiratie’
“Zo schilderen, is ook steeds weer een uitputtende slag tussen materie en fantasie. Ja, door transpiratie komt inspiratie. Niet bedacht maar direct explosief met hoogstens een thema in het achterhoofd en met muziek als decor. Iedere dag opnieuw omdat het steeds beter en anders moet”. En als die stroom af en toe even stokt vormt Jan Peter, lonkend naar de Griekse en Romeinse beeldhouwkunst, met zijn handen de was om een bronzen beeld van te kunnen laten gieten, maar schilderen blijft steeds zijn grote passie.